Naar het eiland Penang.
Zaterdag 7 maart 2009. Tanah Rata - Penang.
Met een extra zak met natte kleren en schoenen van gisteren gaan we om negen uur naar het busstation. Het is een nogal gammele bus die amper tegen de helling op te krijgen is. Twee keer maken we een korte stop en tegen half drie stappen we uit bij de ferry van Butterworth die ons in een kwartier naar de overkant brengt. We lopen naar Chinatown (het is hier weer aanzienlijk heter dan in de Cameron Highlands) waar we een hostel hebben uitgezocht. Helaas is deze vol. Ook de overbuurman heeft geen plek. Dan daarnaast? Beneden een internetcafé en de kamer is goedkoop maar wel wat krap maar we hebben geen zin om nog verder te zoeken. We zeulen onze bagage de hoge trap op en installeren ons. Oei, geen wasbak, de toilet trekt niet door, de airco koelt amper en in de straat erachter een luidspreker van de moskee (zoals we later horen) We doen het er maar mee. Ik breng meteen 5 kilo wasgoed naar de laundry drie deuren verder en we gaan wat drinken. Onderweg is ook een bandje van een van mijn sandalen bezweken en Nart had al eerder een broek weggedaan dus gaan we eerst naar een winkelcentrum om die te vervangen. Binnen 10 minuten hebben we allebei gevonden wat we nodig hebben.
We gaan terug via de Lebuh Cintra en gaan bij een groot en druk bezocht Chinees restaurant eten: Tai Tong. Een van de vele serveersters neemt ons onder de hoede en zo krijgen we in no-time een heerlijke maaltijd: een nyonya visschotel,een steamed fish met speciale saus van het huis, rijst en broccoli erbij, nog een pils en we kunnen genieten. Aanhoudend komt personeel met stoomkarretjes met dim sums, ba pao's e.d. voorbij. Het ziet er allemaal heel lekker uit. We nemen als dessert lichees met blokjes thung kwee pudding, èn elk een half bladerdeeg-pudding gebakje.Smullen!!
Ik ga internetten in de lobby van ons hotel, Later op de avond krijg ik hoofdpijn krijgt, wordt misselijk en moet diverse keren overgeven. Was er toch iets mis met het eten? Of is het een optelsom van de vermoeiende dag gisteren, een aantal dagen vroeg opstaan, een lange busrit en een wandeling met bagage door een gloeiend hete stad?
Zondag 8 maart 2009. Georgetown, dagje 'rust' inTourist Hotel.
De dag begint hier zeer vroeg op de ochtend met de wake-up call van het zeer luide en langdurige ochtendgebed van de muezzin in een nabije moskee. Ik heb nog steeds hoofdpijn en ben nog hondsberoerd. Nart gaat wat boodschappen doen en wat eten terwijl ik de rest van de dag halfbewusteloos doorbreng .Nart gaat de was ophalen. Zelfs de zeer smerige broeken van de jungle-track eergisteren zien er weer 'spotless' uit. Deze mensen verstaan hun vak!
Maandag 9 maart 2009. Georgetown, Oriental Hotel.
Gelukkig gaat het vandaag een stukje beter.Nart gaat 's morgen om half negen op zoek naar een beter hotel voor de komende 2 nachten. Hij vindt dat een stukje verderop: Hotel Oriental. Een grote kamer op de 8ste verdieping met werkelijk schitterend zicht op de stad, de zeestraat en de lange brug naar Butterworth.
Dan pikt hij de eerste helft van onze bagage op en brengt die er heen. Op de stoep van het Oriental Hotel wordt hij aangesproken door een jongeman die hem met de brommer achterna is gereden. Hij legt hem uit dat hij zo dadelijk de rest van de bagage op komt halen en zijn vrouw uiteraard. Want die is daar nog. Of hij dat wel zeker weet??? Natuurlijk! Niet echt overtuigd draait hij tenslotte weer om. Was misschien bang dat hij niet genegen was de sleutel en de afstandsbediening van de airco terug te geven.(?)
Na de spullen weggezet te hebben, gaat Nart wat ontbijten bij een Indiaas restaurant iets verderop en koopthij bij een soort 24 uurs winkel brood, jam en vruchtensap voor mij. Ik ben mijn hoofdpijn inmiddels kwijt maar nog slapjes. De roomservice komt op verzoek heet water brengen, zodat we slappe thee kunnen zetten. Ik krijg wat eten naar binnen en knap met het uur gelukkig op! Tegen de avond maken we een kort wandelingetje en gaan wat eten bij een Indiaas eethuis, lekker Murtabak en veel thee. Ik voel me weer helemaal de oude! Morgen eindelijk dan deze stad en de rest van het eiland verkennen.
Dinsdag 10 maart 2009. Historische wandeling door Georgetown en Buddha-tempelbezoek.
Om negen uur zijn we startklaar voor het eerste punt van ons programma: de historische wandeling. Via het Eastern & Oriental Hotel,(stropdas en dichte schoenen verplicht!) dat we gisteravond al even hadden bekeken gaat het langs prachtige oude gebouwen vooral uit de tijd dat de Engelsen hier de baas waren. De St.George's Church is de oudste Anglicaanse kerk in ZO-Azië, gebouwd in 1818 door dwangarbeiders. Ook de City-Hall is een schitterend gebouw met een prachtige ingang. Er tegenover ligt een groot veld en daaraansluitend het Cornwallis Ford. Hier stapte in 1786 de Engelsman Captain Francis Light aan wal en liet hier een (in eerste instantie houten) ford bouwen. In 1810 werd dit vervangen door een van steen. De buitenste muren staan er nog, binnenin is een park. Er zijn nog gevangeniscellen te zien, een kruid-opslaggebouwtje en een groot kanon (Seri Rambai), van Nederlandse oorsprong. Heel veel gebouwen en straten in Georgetown herinneren aan Captain Light. Er zijn een aantal kleine ruimtes waar de geschiedenis van Georgetown wordt uitgelegd. Naast het ford is de Victoria Memorial Clock Tower, geschonken door de plaatselijke Chinese miljonair om Queen Victoria te eren met haar 60 jarig regeringsjubileum in 1897.
Punt 2 van ons programma: we kopen boottickets bij de ferry want we willen morgen per boot naar het eiland Langkawi, een tropisch paradijs zo'n 70 km. verder naar het noorden.Van daar kunnen we makkelijk naar Satun in Thailand door en vermijden zo ook de grens van de zuidelijkste provincie waar toch regelmatig ongeregeldheden worden gemeld.
Bij de ferry pakken we dan bus 204 naar Air Itam en stappen na 3 kwartier uit bij de grootste Buddhistische 'Kek Lok Si' Temple van Maleisië, gelegen op een heuveltop. In 1890 is er begonnen met de bouw en het compleks wordt nog steeds uitgebreid. We moeten de ingang zoeken tussen massa's souvenier en eetstalletjes door en we klimmen geleidelijk aan steeds hoger. We komen langs een schildpaddenvijver, barstensvol met verschillende soorten en maten schildpadden die op elkaar klauteren om voedsel te bemachtigen. Ban Po Tar wordt ook de 10.000 Buddha's pagode genoemd en we zien al gauw waarom. De wanden zijn bedekt met duizenden tegeltjes met afbeeldingen, op elke verdieping weer andere. We klimmen de 192 treden naar de hoogste verdieping en genieten van het uitzicht over het hele eiland. We zien dat er veel nieuwe gebouwen nog in aanbouw zijn o.a op het hoogste niveau: het onderkomen voor de 36,5 meter hoge Kuan Yin, (godin van barmhartigheid) helemaal uit brons gegoten, en omringd door 16 pilaren met een puntdak erboven. Alles staat al jaren in de steigers, maar het is een indrukwekkend bouwwerk. We gaan er met een berglift naar toe.
Nadat we beneden een lekker frisse kokosnoot hebben leegedronken nemen we de bus terug. Die stroomt halverwege helemaal vol met schooljeugd. De bus komt door onze straat dus dat is handig; we zijn in een wip weer terug.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}