De halve wereld rond

Cameron Highlands.


Donderdag 5 maart 2009. Kuala Lumpur - Tanah Rata (Cameron Highlands).

(Natuurlijk is het ondertussen al maart geworden; ik wil er nog niet aan dat dit de maand is dat we weer naar Nederland terug gaan blijkbaar).

Konden we gisteravond slechts voetje voor voetje door 'onze' straat kuieren, vanochtend rijden er weer wat auto's door. Onvoorstelbaar dat die hele santenkraam elke middags wordt opgebouwd en 's avonds laat weer wordt ingepakt, dag in dag uit. Op het busstation zoeken we wat te eten en te drinken en gaan alvast bij de trap naar perron 23 zitten. Daar komt straks de bus. Een moderne bus met heel veel zitruimte. We moeten nog wel tot half tien wachten voor we vertrekken. Het gaat op een zeer vreemde wijze de stad uit. Eerst een eind in de richting van Singapore/Johore Baru en dan weer noordwaarts over een brede tolweg. Na anderhalf uur doen we aan een zijweg een groot restaurant aan. Het is goed om even wat te drinken en de benen te strekken. Een aantal langstaartmakaken op een container scharrelen hun kostje bij elkaar. In de bomen daarachter zitten er nog veel meer. Als we de tolweg verlaten gaat het duidelijk bergop. De weg wordt nu steeds smaller, zodat de bus in korte scherpe bochten (die zijn er heel veel) ver over de andere weghelft heen gaat. Er wordt dan ook af en toe eens geclaksoneerd om tegenliggers te waarschuwen. Het regent een tijdlang fiks. We zien her en der grote watervallen. Het is gelukkig weer droog als we het gebied van de Cameron Highlands in rijden. We passeren Ringlet en bereiken dan om twee uur Tanah Rata, het doel van vandaag.

Mannen van diverse hotels proberen gasten op te pikken. Wij kunnen met iemand van Cameronian Inn mee.

De Cameronian Inn ziet er aardig uit met diverse gebouwen in een redelijke tuin. Het heeft een bar-restaurant annex terras. Het is hier heerlijk koel!

We zetten de spullen weg, bestellen dan voor morgen een dagtocht door de omgeving Er staan o.a. bloeiende raflesia's op het programma! We eten wat op het terras en gaan terug naar de kamer voor een lange middagdut. We bekijken het dorp vervolgens. Zo te zien draait hier alles om aardbeien! Sleutelhangers, ballonnen, kussentjes, T-shirts, tassen, paraplui's etc. zijn van aardbeien voorzien. Maar de echte zien we niet, het zal wel niet het seizoen zijn.

Bij het bussattion kopen we vast voor overmorgen twee tickets voor de reis naar Penang. We drinken wat op een terras aan de Jalan Besar en gaan iets verderop Indiaas eten: Tandoori kip en vis met naanbrood sausjes en rijst. Het smaakt prima. En we nemen aardbeien-pancakes toe. Inmiddels is de dagelijkse plensbui begonnen en we wachten tot het wat minder wordt voordat we teruglopen naar ons hotel.


Vrijdag 6 maart 2009. Tour en jungletocht Camerong Highlands.BOH theeplantage - Desa Orang Asli (blaaspijp en Bunga Reflesia) - aardbeien - Vlindertuin.

Net voor negenen worden we door Cumar in een minibus opgehaald voor ons Golden Highlands Adventure. Hij zorgt vandaag voor een dagtocht hier in de omgeving. Al gauw hebben we gezellige buurt met de rest, vier Nederlanders uit Noordwijk en 2 Duitsers.

Hij brengt ons allereerst naar de theeplantages van de BOH compagny in de heuvels boven Brinchang.Na de afslag bij Brinchang gaat het over een zeer smal weggetje steil bergop. Uiteindelijk krijgen we de theevelden te zien. Deze zien er heel anders uit als bijvoorbeeld op Java, omdat de theebladeren niet met de hand maar machinaal geplukt worden. Voor we de fabriek bij plantage bereikt hebben krijgen we van Cumar alvast het een en ander te horen over de thee, de pluk en welke zorg de planten moeten hebben. Theeplanten zijn feitelijk bomen, maar om het plukken simpel te houden worden de planten alle 3 jaren een flink stuk teruggesnoeid. Daardoor worden weer veel nieuwe jonge scheuten gemaakt. Die leveren namelijk de beste thee op.

We krijgen dan in de fabriek een rondleiding door een meisje dat ons de stappen van theefabricage laat zien en toelicht. Na een eerste droging, worden bladeren tussen twee schijven rondgedraaid om ze te kneuzen, maar ook om grof blad van fijn blad te kunnen scheiden. Na die scheiding gaat het via transportbandjes naar een plek waar ze drie kwartier moeten fermenteren, Dan wordt de thee compleet gedroogd om vervolgens in Kuala Lumpur verpakt te worden. Uiterard drinken we ook de potje thee.

Vervolgens rijden we naar een Orang Asli (=oorspronkelijke bewoners van deze streek) dorpje gebracht. Daar krijgen we een demo van het schieten met blaaspijpen. Daar jaagt men hier mee op voornamelijk wilde varkens, maar ook op herten. De pijltjes zijn bewerkt met mengsels van allerlei zware natuurlijke giffen, zoals van slangen, schorpioenen, padden etc. We krijgen eerst te zien hoe daarmee te schieten en dan mogen wij het ook proberen. Uiteraard mogen wij ook blaaspijpen en pijlen kopen. Niet zo'n lange uiteraard (die zouden we niet mee kunnen nemen) maar kleinere exemplaren van zo'n 60 cm lengte. Een aardige souvenier.

Dan gaan we aan de 4 uur durende wandeling naar de Bunga Reflesia beginnen. Cumar heeft nog enige paren laarzen te leen, maat 10. Nart wil die wel, de rest heeft te kleine voeten of denkt dat het wel los zal lopen. Mooi niet dus. Al gauw zitten broeken en schoenen onder een flinke laag modder. Er loopt trouwens nog iemand als gids uit het dorp mee, de echte expert dus. Aanvankelijk gaat het over een vrij breed pad dat ook door jeeps gebruikt wordt en later over een smal paadje door de jungle. We zien onder andere veel bamboe, wilde bananen en hoge bomen met fel gele bloesem op de stam. We passeren een wiebelende bamboebrug en twee riviertjes. Dat is goed te doen omdat iedereen van een stevige wandelstok voorzien is. Geregeld moeten we over omgevallen bomen klauteren. Al met al een stevige tippel.

Tenslotte moeten we nog een zeer steile blubberhelling op klimmen. Eerst zien we raflesia knollen, net een grote rode kool en enkele wortelstokken en een eind verderop de helling dan de bloem zelf: de Rafflesia, genoemd naar Standfort Raffles, de beroemde Engelsman, die als eerste buitenlander de bloem ontdekte. Een donkerrode met een doorsnee van ca 1 meter! Een prachtig gezicht. Iedereen maakt foto's natuurlijk met gevaar om van de helling te glibberen.

Dan lopen we weer over hetzelfde pad weer terug. Even kijken we bij een aardige waterval, waar 3 mannen even in het koude water gaan zwemmen. Dan gaat het door terug naar dorp en de auto. Onderweg krijgen we vers bamoewater te drinken. De man uit het dorp kapt met zijn kapmes enige bamboestammen open, waar heerlijk koel water in zit. We zijn bijna bij de auto als het begint te regenen. Iedereen ziet eruit om op te schieten maar het was een prachtwandeling met een heel bijzondere 'vondst'.

Op de weg terug naar Tanah Rata gaan we bij Brinchang even aan bij een aardbeikweker (ze worden in de lucht op spaghnummos in lange plastik rollen gekweekt, onder plastic om de scherpe zon te temperen) voor een stuk cake met aardbeien, of ijs of .....

Aan de andere kant van de straat bezoeken we voor RM5 p.p. nog even een insecten- en reptielenzaak. Naast allerlei grote kevers en vlinders zien we vele slangen, hagedissen, schildpadden, kikkers en padden. Alles bij elkaar een heel interessante verzameling.

Vervolgens worden we bij de hotels afgezet en nemen we weer afscheid van Cumar. Al met al een heel bijzondere dag en een prachtwandeling.

Na douchen eten we hier in het restaurant een tomatensoep en een simpele nasi goreng. We hebben nu geen zin en puf meer om nog iets in het dorp op te gaan zoeken. Morgen weer vroeg op voor de reis naar het eiland Penang aan de westkust. Liever wilden we naar de oostkust maar daar is het nu echt regentijd en het water is dan te troebel om er fijn te kunnen snorkelen.Of het daar wel kan moeten we afwachten want ook daar is er dagelijks een regenbui.



Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!