De halve wereld rond

Op pad in Khao Yai Natioal Park

24 november 2008. Khao Yai Nationaal Park.Kong Kaew Nature Trail en Nong Pak Chi Trail

KYNP is Thailands oudste en meest bezochte Nationale park en door UNESCO op de lijst van wereld erfgoed gezet omdat het een van de grootste regenwouden op het vaste land van Azië is met 5 vegetatiezones. Er lopen zo'n 250 wilde olifanten rond en daarnaast zijn er nog 70 soorten andere zoogdieren o.a tijgers, Aziatische zwarte beren, wilde honden, panters, herten, gibbons,makaken, vliegende eekhoorns en otters.

315 soorten vogels zijn er hier te vinden waaronder 4 soorten neushoornvogels en dan nog 70 soorten reptielen en amphibieën waaronder de varaan, hagedis,schildpad en python. En dan heb ik het nog niet eens over de massa's insecten: vlinders, kevers, bijen, libelles en niet te vergeten de vliegen en muggen!

Vooral van die laatste hebben we er al veel gezien. We smeren ons in met DEET en steken 's avonds muskietenwierook aan, maar daar heb ik aardig last van. Zo werd ik vanmorgen misselijk en met knallende koppijn wakker. Nart ging een eindje vogels spotten zodat ik nog een uurtje kon bijkomen. Hij kwam enthousiast terug; hij had een varaan van een meter of 2 gezien en prachtig gekleurde vogels. We gaan ontbijten tegenover het informatiecentrum. Er is geen thee te krijgen want ondertussen is de stroom uitgevallen. Nart eet rijst en ik twee bananen en een bakje yoghurt en we drinken sap.

We wandelen dan een route achter de info. We steken een rivier over met een hangbrug en volgen dan een pad van gasbetonblokken door een aardig stukje jungle. We komen vlak langs een waterval en gaan dan weer bergop. We zien een bijeneter en verderop kleinere vogels. Verder groeit er overal rotan en zijn er klimplanten en varens op de bomen en zwammen op de grond of op het dode hout. Na anderhalf uur zijn we rond.

Dan lopen we naar het infocentrum kopen daar op advies 'leechsocks' (kniehoge katoenen sokken die de bloedzuigers moeten tegenhouden) en gaan dan met een gids, die nagenoeg geen engels spreekt, de rode route wandelen. Het gaat nu kriskras door de jungle. We steken geregeld stroompjes over via boomstammen en klauteren over boomstammen en duiken onder laaghangende takken door. Het eerste stuk gaat vooral omhoog.

Vreemd zijn de grote varens die op een dunne boomstam staan. Steeds weer allerlei rotan soorten. We zien een grote roodbruine eekhoorn met grijze staart. Horen een grote vogel te keer gaan, maar kunnen die niet ontdekken. We steken pootje badend een rivier over omdat de boomstam die er zou moeten zijn verdwenen is. Aan de overkant geeft de gids ons een handdoekje om de voeten af te drogen.

We zien verder geen wild; de gids wijst ons wel steeds op sporen daarvan. We steken een breed stuk hoog grasland over. Met zo af en toe brede platgetrapte banen. Door herten veroorzaakt of door olifanten? We lopen naar de uitzichtstoren en zien dat we een flink deel van de vogels die daar op informatieborden staan al gezien hebben. Van boven is er uiteraard een aardig zicht over het grasland en een waterpartij aan de andere kant.

We gaan dan het laatste stuk naar de weg terug, waar we door een pickup opgehaald worden en naar het infocentrum teruggebracht. Het is al tegen drieën en we gaan een hap eten in het restaurant. Gelukkig koken de dames in de eetstallen op gas want er is nog steeds geen stroom. In het winkeltje halen we wat te snoepen voor vanavond. Echt iets te eten is er niet, maar wij hebben geen zin straks nog eens op en neer te kuieren. We nemen genoegen met wat fruit en pinda's. Tegen half 6 begint het geblaf weer in de verte en laten de krekels en cycades zich horen. We zijn benieuwd naar wat we morgen weer gaan zien.

25 november 2008. Op pad in Khao Yai N.P. Haew Suwat Trail en Pha Khuai Mai Trail.

We worden wakker met het gehuil van Gibbons in de verte. Na het ontbijt pikken we onze gids Iks bij het info-centrum op en kunnen we aan de eerste wandeling van vandaag beginnen. Het gaat eerst weer de hangbrug over. Dan lopen we een stuk van die naturetrail van gisterochtend tot we links afslaan bij het bord dat vertelt dat men voor dit pad een gids nodig heeft. Steeds gaat het een tijdje omhoog, even een dal in met meestal een wateroversteek en dan weer omhoog. Lagergelegen gedeelten hebben veelal 1,5 - 2 m hoge planten, in de hogere stukken staan steevast de bomen vrij dicht opeen.

Nog lange tijd horen we de gibbons, soms lijken we ze heel dicht te naderen, maar we krijgen ze niet in zicht. Ook vogels krijgen we nauwelijks te zien. Soms zelfs terwijl we ze heel dichtbij horen. Af en toe zien we wat in de bomen boven ons bewegen. Anderen verraden zich alleen, doordat ze onze komst luidkeels rondkwekken. Iks wijst ons net als gisteren plekken aan waar wilde zwijnen gewroet hebben en we zien een hoop met veren. Volgens Iks heeft een Maleisische zwarte beer de rest opgegeten.

De hele tocht is het opletten op laaghangende takken en rotanslingers, die dicht met stekels bezet zijn. Steeds moeten we over omgevallen bomen heen of zo af en toe moeten we er met een alternatief paadje helemaal omheen.We worden gewezen op klimplanten, die zomaar ergens op een stam beginnen te groeien en dan omhoog kruipen. Van een boom (Aloë-wood) is een heleboel bast weggehakt om er klein geld van te maken in de parfumindustrie. Dat waren we al eens in Vietnam tegen gekomen. Op gegeven ogenblik beginnen we aan een langere daling om dan boven een grotere rivier te komen. Wat later komen we bij de Haew Suwat waterval. We hoorden hem al van ver. Daar blijven we een poosje rusten alvorens naar het restaurant te lopen, dat het eind is van onze wandeling met Iks. Voor we afscheid nemen om op eigen gelegenheid het Pha Kuai Mai Trail te nemen, naar de gelijknamige campsite, lunchen we hier nog met zijn drieën. We proberen iets van een gesprek met Iks op gang te houden, maar dat lukt niet echt. Hij spreekt vrijwel geen Engels en durft de paar woorden die hij wel kent, nauwelijks te gebruiken.

Tegen half drie stappen we dan weer op en volgen het pad naar Pha Kuai Mai, dat continu langs een vrij brede rivier loopt. Soms moeten we zijbeken oversteken. Hier lager in het dal en bij het water staat veel bamboe. We zien een wolk aan gele vlinders in de modder wroeten. We worden door borden voor krokodillen gewaarschuwd! Na anderhalf uur zien we de eerste van de Phai Kuai Mai Falls. Deze is aardig breed en tamelijk hoog. Verderop zijn nog diverse stroomversnellingen. Al met al een heel aardige wandeling die uitkomt bij een campsite. Daar wemelt het van de makaken. We moeten terug over de wegen worden bij de eerste duim omhoog al meegenomen door mensen uit Bangkok in een busje. Een jonge vrouw vraagt ons van alles. We zijn blij met deze lift, want de weg terug was nog aardig lang. Als we er bij de afslag naar de bungalows uitgezet worden, wisselen we de e-mailadressen met Pum. Mochten we onverhoopt ooit problemen hebben in Bangkok, dan kunnen we haar rustig bellen! Na douchen en omkleden gaan we om half zes de deur weer uit om te gaan eten. Veel keuze er niet meer, maar we hebben nog iets. In de net ingevallen duisternis lopen we weer terug. De benen zijn toch wel een beetje zwaar geworden na al die kilometers van vandaag. Het geblaf/gebrul is weer begonnen en we komen tot de conclusie dat het brulkikkers moeten zijn die het zo langdurig volhouden.

Reacties

Reacties

Gemmy

Hoi,
Wat een verhalen van jullie zeg. Het is voor ons zo onwerkelijk. Het moet wel een geweldige ervaring zijn! Wat zou je doen als je werkelijk een olifant tegen zou komen?
Groetjes, Gemmy

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!